Niederländisch Nederlands

Informationen zur niederländischen Sprache und Kultur

Stand der Bearbeitung: 14.4.2004
zuletzt bearbeitet: 16.7.2005

Woordjeslijst - Vokabelliste WoordVanDeDag0703

Wenn Sie einen Fehler entdecken, wäre ich froh, wenn Sie ihn mir mitteilen -
als u een foutje ziet zou ik blij zijn als u het mij wilt laten weten.

Sie können die Vokabeln auch lernen - u kunt de woordjes ook leren: s. Vokabeln Seite 2

Niederländisch - Nederlands	Deutsch - Duits
de varkenspest	die Schweinepest
het advies	die Empfehlung
de verdenking	der Verdachtsfall
de regelgeving	die Vorschriften, die Verordnungen, die Gesetzeslage
de veehouder	der Viehhalter, der Viehzüchter
met iets zeulen	etwas schleppen, etwas mitschleppen
het voedsel	das Essen
de ondervraagde	der Befragte
verkrijgbaar	erhältlich
de pindakaas	die Erdnussbutter
het merk	die Marke
veruit	bei weitem
geslaagd	erfolgreich, gelungen
de puntzak	die Tüte
frieten (in België)	Pommes frites, Pommes, Fritten (in Belgien)
het record homologeren	den Rekord anerkennen, den Rekord bestätigen
opkomen	erscheinen
de opbrengst	der Erlös
minderbegoed (in België)	einkommensschwach (in Belgien)
geen sinecure zijn	keine leichte Aufgabe sein
de frituuruitbater (in België)	der Inhaber einer Pommesbude (in Belgien)
vermits (in België)	weil (in Belgien)
op-en-top	ganz und gar, durch und durch
de beeldengroep	die Figurengruppe
ter gelegenheid van iets	anlässlich einer Sache
het konijn	das Kaninchen
het beeld	die Plastik, die Skulptur
het gazon	der Rasen
de snelweg	die Autobahn
de mus	der Spatz
de werkstraf	die gemeinnützige Arbeit
de dagvaarding	die Vorladung
de persrechter	der Presserichter
iets over het hoofd zien	etwas übersehen
afdoen	abschließen
dreigen	drohen
tot iets uitgroeien	sich zu etwas ausweiten, sich zu etwas entwickeln
maatschappelijk	gesellschaftlich
het overleg	die Beratung, die Beratschlagung
het onderwijs	das Unterrichtswesen
ontsluiten	zugänglich machen, offenlegen
de herdenking	die Gedenkfeier
het gegevensbestand	die Datenbank
de nazaat	der Nachkomme
de slaaf	der Sklave
de voorouders	die Vorfahren
indertijd / destijds	damals, seinerzeit / damals
iets invullen	etwas ausfüllen
de schadeloosstelling	die Entschädigung
alsnog	nachträglich, doch noch
de auto begeeft het	das Auto gibt den Geist auf, das Auto versagt
op iets uitlopen	in etwas enden
de trailer	der Anhänger, der Aufleger
de inzittende	der Insasse
iemand opsporen	jemanden ausfindig machen
de zegening	die Segnung
de woordvoerder	der Sprecher
de parochie	die Pfarrgemeinde (kath.)
de gelovige	der Gläubige
de preek	die Predigt
de behoefte	das Bedürfnis
de weggebruiker	der Verkehrsteilnehmer
de uitwisselingsstudent	der Austauschstudent
de hoorzitting	die Anhörung
jatten	klauen
letterlijk	wortwörtlich
Gelegenheid maakt de dief.	Gelegenheit macht Diebe.
de bronvermelding	die Quellenangabe
steil achteroverslaan	vom Hocker fallen
iemand keihard aanpakken	hart gegen jemanden vorgehen
iets aankaarten	etwas zur Sprache bringen
het adviesorgaan	das Beratungsgremium
het college van decanen	das Dekanskollegium
het college van bestuur	die Universitätsleitung
de flitspaal	die Radarfalle, der Flitzerblitzer
afstellen	einstellen
de snelheid	die Geschwindigkeit
de bestelauto / het bestelbusje	der Lieferwagen
een flauwe bocht	eine leichte Kurve, eine sanfte Kurve
scheuren	rasen
een advocaat in de arm nemen	sich einen Rechtsanwalt nehmen
kamperen	zelten
populair	beliebt
de camping	der Campingplatz
de klandizie	die Kundschaft
het bungalowpark	das Bungalowdorf
dichter bij huis blijven	in der näheren Umgebung bleiben, nicht so weit weg fahren
dalen	abnehmen, sinken, zurückgehen
het wilde zwijn	das Wildschwein
achtereenvolgend	aufeinanderfolgend
de eikel	die Eichel
het beukennootje	die Buchecker
de landbouwgrond	das Ackerland
de wildkansel	der Hochsitz, der Hochstand
binnenkort	in Kürze
het voorstel	der Vorschlag
iets verruimen	etwas ausweiten
boven de 50	über 50
verdubbelen	sich verdoppeln
een kleine 600.000	knapp 600.000
blijken uit	hervorgehen aus
het cijfer	die Zahl
op latere leeftijd	in fortgeschrittenem Alter
gemiddeld	im Schnitt, im Durchschnitt
de vangrail	die Leitplanke
de bijrijder	der Beifahrer
de onoplettendheid	die Unaufmerksamkeit, die Unachtsamkeit
de botsing	der Zusammenstoß
de aanhangwagen	der Anhänger
de opstopping	der Stau, der Verkehrsstau
de scheepsschroef	die Schiffsschraube
het vaartochtje	der Bootsausflug, die Bootsfahrt
de rubberboot	das Schlauchboot
de buitenboordmotor	der Außenbordmotor
met iets in aanraking komen	mit etwas in Berührung kommen
direct	sofort
de wal	das Ufer
het rijbewijs	der Führerschein
het proces-verbaal	das Strafmandat, die Anzeige
de verkeersovertreding	das Verkehrsdelikt
aangifte doen	Anzeige erstatten
de boete	die Geldstrafe
het onweer	das Gewitter
de hagelbui	der Hagelschauer
de wolkbreuk	der Wolkenbruch
blussen	löschen
het noodweer	das Unwetter
afknappen	geknickt werden
verpletterd worden	zerschmettert werden
de felle zon	die starke Sonneneinstrahlung
de aanvoer	die Zufuhr, der Zustrom
de kettingbotsing	die Massenkarambolage
oversteken	überqueren
het eendenkuiken	das Entenküken
remmen	bremsen
de vrachtwagen	der Lastwagen
op elkaar botsen	zusammenstoßen
bekneld raken	eingeklemmt werden
een hoofdwond oplopen	eine Kopfwunde davontragen
lichtgewond	leichtverletzt
de zorgverzekeraar	der Krankenversicherer
het tiental	das Dutzend
terwijl	während
inmiddels	inzwischen
iets ontlopen	einer Sache entgehen
het Europese Hof van Justitie	der Europäische Gerichtshof
het ziekenfonds	die Krankenkasse
de voorwaarde	die Bedingung
opduiken	auftauchen
de wurgslang	die Würgeschlange
de toiletpot	das Toilettenbecken
de consternatie	die Aufregung
de badkuip / het bad	die Badewanne
slopen	abtragen, wegreißen
alsnog	doch noch
De slang blijkt te zijn ontsnapt.	Die Schlange ist offensichtlich entwischt.
de koolmees	die Kohlmeise
een toontje lager zingen	gelindere Saiten aufziehen
de toon	die Tonart
op het platteland	auf dem Lande
het gedrag	das Verhalten
de geluidsopname	die Tonaufnahme
boven het lawaai uitkomen	den Lärm übertönen
de soortgenoot	der Artgenosse
de haard	der Kamin
de blikseminslag	der Blitzschlag
de afvoerpijp	das Abzugsrohr
het rookkanaal	das Rauchrohr
in brand vliegen	Feuer fangen
het pand	das Gebäude
Ze waren behoorlijk verbaasd.	Sie staunten nicht schlecht.
in de weer zijn	beschäftigt sein
het vuurwerk	das Feuerwerk
de kijklustige	der Schaulustige
de nationale feestdag	der Nationalfeiertag
het tienjarig koningschap	das zehnjährige Thronjubiläum
traditiegetrouw	traditionsgemäß
de vuurpijl	die Leuchtrakete
iemand voelt zich onwel	jemandem ist schlecht
de vlinder	der Schmetterling
de heidelibel	die Heidelibelle
de vuurlibel	die Feuerlibelle
de keizerlibel	die Königslibelle
het behoud	der Erhalt
op gang komen	in Gang kommen, einsetzen
zich verspreiden	sich verbreiten
de afgelopen weken	in den letzten Wochen
zeldzaam	selten
de zakenman	der Geschäftsmann
pas ontdekt	vor kurzem entdeckt
de veiling	die Auktion, die Versteigerung
het schilderij / het doek	das Gemälde, das Bild
veilen	versteigern
overschilderen	übermalen
de zuidelijke keizerlibel	die Kleine Königslibelle
de bruinrode heidelibel	die Große Heidelibelle
het keurmerk	das Gütezeichen
iemand onderscheiden	jemanden auszeichnen
het blootblad	das Nacktmagazin
de verloedering	die Verlotterung, der Verfall
de maatschappij	die Gesellschaft
open en bloot	unverhüllt
de schappen	die Regale
de handtekening	die Unterschrift
de strandtent	das Strandlokal, die Strandbude
de saté	der indonesische Fleischspieß mit Erdnußsoße
de proever	der Koster, der Probierer, der Tester
iets in kaart brengen	sich über etwas eine Übersicht verschaffen
de bevinding	der Befund, die Erkenntnis
de harde muziek	die laute Musik
50 meter vrije slag	50 Meter Freistil
50 meter vlinderslag	50 Meter Schmetterling
de wereldkampioene	die Weltmeisterin
de wereldtitel	der Weltmeistertitel
de mannenploeg	die Herrenmannschaft
de bosbrand	der Waldbrand
iemand oppakken op verdenking van	jemanden unter dem Verdacht auf ... festnehmen
in vlammen opgaan	in Flammen aufgehen
de brandstichting	die Brandstiftung
de omstander	der Umstehende
de brand aansteken	das Feuer legen, Feuer legen
het ondergoed / de lingerie	die Unterwäsche / die Unterwäsche, die Damenwäsche
zijn hart ophalen	seine Freude an etwas haben, schwelgen, genießen
plechtig	würdig, förmlich
iets ergens aan wijden	etwas einer Sache widmen
de maat	die Größe, das Maß
met en zonder kruis	mit und ohne Schritt
zo'n 15 jaar geleden	vor etwa 15 Jahren

Zurück zum Seitenanfang

Inhalt

Lernmaterialien

Vokabeln

Medien

Veranstaltungen, dt., aktuell --- vorbei

Veranstaltungen, NL+B, aktuell --- vorbei

Links

Tandem

Extras

Anhang

Grundlage dieser Seite:
woord van de dag Juli 2003
Diese Seite ist Teil des Vokabelangebots Seite 2, 13. Vokabel-Zip-Datei - deutsch-niederländische Vokabeln zu diversen Themen

Weitere Vokabeln:
Wörterbuch - woordenboek (im Aufbau - in de opbouw)
Vokabelsuche im Wörterbuch Deutsch-Niederländisch / Niederländisch - Deutsch -
woordjeszoek in het woordenboek Duits - Nederlands / Nederlands - Duits
Zum Vokabelnlernen: Finden Sie die Funktion der Unterstrichelung heraus! - Om de woordjes te leren: ontdekt u de functie van het onderstrepen!

Über weitere Informationen, die ich auf diese Seite stellen kann, würde ich mich freuen: mail
Ik ben ook blij als u mij informatie in het Nederlands stuurt.
Impressum