Niederländisch Nederlands

Informationen zur niederländischen Sprache und Kultur

Stand der Bearbeitung: 31.8.2004

Woordjeslijst - Vokabelliste WoordVanDeDag0804

Wenn Sie einen Fehler entdecken, wäre ich froh, wenn Sie ihn mir mitteilen -
als u een foutje ziet zou ik blij zijn als u het mij wilt laten weten.

Sie können die Vokabeln auch lernen - u kunt de woordjes ook leren: s. Vokabeln Seite 3

Niederländisch - Nederlands	Deutsch - Duits
de bromfiets / de brommer	das Moped
het kenteken	das Kennzeichen, das Nummernschild
het puntenrijbewijs	der Punkteführerschein
over de schreef gaan	über die Stränge hauen, über die Stränge schlagen
de radardetector	das Radarwarngerät
de spons	der Schwamm
iets verstoppen	etwas verstecken
de pluchen beer	der Stoffbär
vernuftig	einfallsreich
zeemleren	aus Sämischleder
de weggebruiker	der Verkehrsteilnehmer
op iets inspelen	etwas ansprechen, auf etwas abzielen
het imago	das Image
de truc	der Trick, der Schachzug
pompeblêd	Friesisch für "Seerosenblatt" (die friesische Fahne enthält "pompeblêden")
skûtsjesilen	Wettkampfsegeln mit "skûtsjes", einer Art Tjalk*
fierljeppen	friesische Sportart: "Stabweitspringen"
de fusie	die Fusion, der Zusammenschluss
de klant	der Kunde
aldus	so
iemand achternazitten	jemanden verfolgen
het vooruitzicht op iets	die Aussicht auf etwas
de schoonzus	die Schwägerin
ontdaan	bestürzt
vandaar dat	daher, deshalb
een beloning uitloven	eine Belonung aussetzen
iemand over de streep trekken	jemanden überzeugen, jemanden auf seine Seite bringen
de kinkhoest	der Keuchhusten
in een enkel geval	in Ausnahmefällen
vaccineren	impfen
het oeuvre	das Werk, das Oeuvre
de pleitbezorger	der Verfechter, der Anwalt
de eenwording van Europa	die europäische Einigung
de scheppende kunstenaar	der schaffende Künstler
de uitzetting	die Ausweisung, die Abschiebung
op eigen risico	auf eigene Gefahr
de gegevens	die Angaben
iemand verantwoordelijk houden voor iets	jemanden für etwas verantwortlich machen
de moord op iemand	der Mord an jemandem
het kunstje	das Kunststück, der Trick
het veerooster	das Kuhgitter
zich tegoed doen aan iets	sich an einer Sache gütlich tun
blaten	blöken
iemand te slim af zijn	jemanden überlisten
inventief	erfinderisch
louter	lediglich
het gazon	der Rasen, die Grasfläche
Het gras is altijd groener aan de andere kant van het hek.	Auf der anderen Seite des Zauns ist das Gras immer grüner.
de luchtvaartmaatschappij	die Fluggesellschaft, die Fluglinie
DCA heeft met ingang van vrijdag alle vluchten geschrapt	DCA streicht ab Freitag alle Flüge
het toestel	das Flugzeug, die Maschine
afkeuren	nicht zulassen
kogelbestendig	kugelsicher
de hittegolf	die Hitzewelle
de elektrische centrale / de centrale	das Elektrizitätswerk / das Kraftwerk
landelijk	landesweit
de derde dag op rij	der dritte aufeinanderfolgende Tag
vijf dagen achtereen	fünf Tage hintereinander
het vertrekoverschot	der Abwanderungsüberschuss
de jaren 50	die fünfziger Jahre
iets aan iets toeschrijven	etwas auf eine Sache zurückführen
tot nog toe	bis jetzt, bisher
het land van herkomst	das Heimatland, das Herkunftsland
de Engelse les	der Englischunterricht
het verplicht vak	das Pflichtfach
de belemmering	das Hindernis
iets toelichten	etwas erklären, etwas erläutern
het is zaak dat	es gilt ... zu
al zijn de scholen niet verplicht	wenn die Schulen auch nicht verpflichtet sind
het verblijf	der Aufenthalt
het verpleeghuis	das Pflegeheim
de ziekenfondspatiënt	der Kassenpatient, der Krankenkassenpatient
de AWBZ / de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten	das AWBZ / das Allgemeine Gesetz zu besonderen Krankheitskosten
de AWBZ-pot	die AWBZ-Kasse, das AWBZ-Budget
terechtkunnen	unterkommen können
de selectie	die Auswahl
de bondscoach	der Bundestrainer der Nationalmannschaft,der Teamchef
afvallen	ausfallen
de reservedoelman	der Reservetorhüter
iemand passeren	jemanden übergehen
gaan scheiden	sich scheiden lassen
in opspraak komen	ins Gerede kommen
de onthulling	die Enthüllung
iemand heeft spijt van iets	jemandem tut eine Sache leid, jemand bedauert eine Sache, jemand bereut eine Sache
de militair	der Soldat
sneuvelen	fallen, umkommen
het schietincident	der Schusswechsel, die Schießerei
iets onder vuur nemen	auf etwas das Feuer eröffnen, etwas unter Beschuss nehmen
over de schreef gaan	durchdrehen, zu weit gehen
iemand inhuren	jemanden engagieren
in woede ontsteken	in Wut geraten
opzij springen	zur Seite springen
het vege lijf redden	seine Haut retten
zich uit de voeten maken	sich aus dem Staub machen
200 meter vrije slag	200 Meter Freistil
zijn meerdere erkennen in iemand	sich jemandem geschlagen geben
de gouden medaille	die Goldmedaille
de zilveren medaille	die Silbermedaille
de bronzen medaille	die Bronzemedaille
van iemand verliezen	gegen jemanden verlieren, jemandem unterliegen
de halve finale	das Halbfinale, das Semifinale
iemand verslaan	jemanden schlagen, jemanden besiegen
de leiding nemen	die Führung übernehmen
de klacht	die Beschwerde
haperen	hängen, nicht funktionieren
de kopieerbeveiliging	der Kopierschutz
de detaillist	der Einzelhändler
het doen	funktionieren
heilloos zijn	sinnlos sein, nichts bringen
iets kraken	etwas knacken
in trek zijn	beliebt sein
de vestigingsplek	der Wirtschaftsstandort, der Standort
zich vestigen	sich ansiedeln, sich niederlassen
de dip in de conjunctuur	das Konjunkturtief
de medicus	der Mediziner, der Arzt
de tandarts	der Zahnarzt
de verblijfsvergunning	die Aufenthaltsgenehmigung
een onderzoek instellen	ein Ermittlungsverfahren einleiten
alsnog	nachträglich
de vertaalster	die Übersetzerin
de onderscheiding	die Auszeichnung
nauwkeurig	präzise, genau
uitreiken	überreichen
zij het laat	wenn auch spät, spät aber doch
doorbreken	den Durchbruch schaffen
het zijn rijbewijs halen / zijn rijbewijs halen	den Führerschein machen
iemand aanhouden	jemanden festnehmen
het stuur	das Lenkrad
tegen de lamp lopen	erwischt werden
keuren	prüfen, untersuchen
lukken	gelingen
de otter	der Otter
spoorloos zijn	spurlos verschwunden sein
het mannetje	das Männchen
het wijfje	das Weibchen
wegvallen	ausfallen
het bejaarde echtpaar	das alte Ehepaar, das ältere Ehepaar
de camper	das Wohnmobil
naar nu bekend is geworden	wie jetzt bekannt wurde
zichzelf van het leven beroven	sich das Leben nehmen
opmerken	bemerken
behoorlijk	ziemlich, gehörig
de graanoogst binnenhalen	die Getreideernte einbringen
het stoffelijk overschot	die sterblichen Überreste
het misdrijf	das Verbrechen
de vakantieganger	der Urlauber
pech krijgen	eine Panne haben
de staking	der Streik
het bergingsbedrijf	das Bergungsunternehmen
de ANWB / de Algemene Nederlandse Wielrijdersbond	der Allgemeine Niederländische Radfahrerbund
de garage	die Autowerkstatt
studenten werven	Studenten anwerben
dankzij	dank
zich een taal eigen maken	sich eine Sprache aneignen, sich Sprachkenntnisse aneignen
het horloge	die Uhr, die Armbanduhr
het stoffelijk overschot	die sterblichen Überreste
woonachtig	wohnhaft
de gezagvoerder	der Kapitän
de drenkeling	der Ertrunkene
de file	der Stau
richting ...	in Richtung ...
de naamsaanpassing	die Namensänderung
iets als reden aanhalen	etwas als Grund anführen, etwas als Grund aufführen
onrustwekkend (in Belgien) / onrustbarend	beunruhigend
dat is niet de bedoeling	das ist nicht der Sinn der Sache
gênant	peinlich
het scheldwoord	das Schimpfwort
de klootzak	der Scheißkerl, das Arschloch
de rotzak	der Saukerl, der Sauhund
iemand voor iets uitschelden	jemanden als etwas beschimpfen, jemanden etwas schimpfen
spijt betuigen	Reue bekunden, Reue zeigen
grievend	beleidigend

Anmerkung
*Tjalk: Holländischer Segelschiffs-Typ, den es in den Niederlanden zu mieten gibt

Zurück zum Seitenanfang

Inhalt

Lernmaterialien

Vokabeln

Medien

Veranstaltungen, dt., aktuell --- vorbei

Veranstaltungen, NL+B, aktuell --- vorbei

Links

Tandem

Extras

Anhang

Grundlage dieser Seite:
woord van de dag August 2004
Diese Seite ist Teil des Vokabelangebots Seite 3, 28. Vokabel-Zip-Datei - deutsch-niederländische Vokabeln zu diversen Themen

Über weitere Informationen, die ich auf diese Seite stellen kann, würde ich mich freuen: mail
Ik ben ook blij als u mij informatie in het Nederlands stuurt.
Impressum